In de viering van 26 mei stond ‘Hoop’ centraal en tijdens deze eerste viering van dit tweeluik hebben we antwoorden verzameld op een aantal vragen naar aanleiding van het gedicht: ‘De weg van de hoop’, van Vaclav Havel. Op de vraag hoe belangrijk ‘Hoop’ voor ons is, kwamen veel antwoorden.
Vandaag staat het andere thema: ‘Verwachting’ centraal, maar in deze tweede viering komen ook de antwoorden uit de eerste viering op verschillende manieren terug. Ook de woorden van Vaclav Havel over ‘Hoop’ klinken in deze viering dus opnieuw.
De lezing uit Marcus 4 vers 26-32 verhaalt over een tweetal gelijkenissen over het koninkrijk van God. Eén ervan gaat over het kleinste zaadje op aarde, het mosterdzaadje, dat over een enorme kracht beschikt om uit te groeien tot iets groots.
Het is het mosterdzaadje waarmee we het koninkrijk van God kunnen vergelijken. De woorden van Havel over ‘Hoop’ worden vandaag verbonden met dat andere belangrijke woord, nl. ‘Verwachting’.
In de viering van 26 mei hebben jullie zaadjes meegekregen om te zaaien en uit te laten groeien in een pot. De zaadjes van ‘Hoop’ hebben we ze genoemd. Graag willen we jullie uitnodigen om vandaag de bloeiende bloemen in een pot mee te nemen om zo een bloementuin van ‘Hoop’ te vormen.
Laten we vandaag, 30 juni, samen ‘Hoop en Verwachting’ delen en vieren.
Namens de voorbereidingsgroep, Martha Akkerman
Wil je een viering online meemaken: klik dan op deze link